Liefde vervult de hele wet (2011)

De prachtige samenvatting van Paulus over de verhouding tussen de geboden en de liefde is zo klaar en schoon dat commentaar overbodig lijkt.  Wij hebben maar te doen wat de apostel vraagt.  Gaat het echter zo gemakkelijk?  Wat is liefde?  Meer dan een gevoel?  Wat als er geen wederliefde is?  Raakt dit enkel de interpersoonlijke verhoudingen?  Welke rol heeft ze op meso en macrovlak?

Wat merken we ervan in de nieuwsberichten?  Vinden de partijen aan de onderhandelingstafel een uitweg?   Hoeveel slachtoffers in het land van de Libische dictator?  Onrusten in Engeland.  Zal het druppelen in Brussel en Antwerpen?  Betogingen in Syrië met telkens slachtoffers.  Zelfmoordacties in Afghanistan.  Wanneer geraakt het ‘roofdierkapitalisme' verzadigd?  Zo gaat het elke dag.  De nieuwsberichten verhalen meer over duisternis dan over licht.

Paulus staat achter wat hij zegt.  Voor hem primeert de liefde.  Dit heeft hij in minstens drie van zijn brieven duidelijk gesteld.  In hoofdstukken 4 tot 6 van de Galatenbrief geeft hij zijn beschouwingen over vrijheid en slavernij en over het leven door de Geest.  Hij schrijft: “Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn.  Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde, want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’  Maar wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden.  Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten” (Gal.  6,13-16).

In de laatste hoofdstukken van de Romeinenbrief klinkt dezelfde melodie van het hooglied op de liefde uit 1 Kor. 13.  Je hoort Jezus in wat Paulus zegt.  Jezus schreef in zijn Bergrede de Tora niet af.  Hij wilde ze voltooien en nodigde uit verder te gaan dan het louter opvolgen van een gedragscode. 

Paulus wijst in een kort zinnetje op de eisen van de gerechtigheid.  Geef elkeen wat hem toekomt.  “Wees elkaar niets schuldig.”  Geen schulden maken en, zo die er zijn, ze terugbetalen; dit is een gezonde regel in het huishouden.  Maar banken speculeerden op de schulden van mensen.  De Staatschuld is hoog.  Alle Franse koningen hebben hun munt gedevalueerd, zei professor Gaston Eyskens.  Een deed het niet.  Lodewijk IX, maar deze was een heilige.
Onderhoud de gerechtigheid; geef elkeen wat hem toekomt.  Je kan zelfs niet van liefde spreken als je dit punt verwaarloost (Enc. Deus Caritas est, 26-30).
In zijn samenvatting heeft Paulus het vooral over de tweede tafel van de decaloog en brengt de geboden ervan onder één noemer.  Zijn aandacht is helemaal gevestigd op het samenleven van mensen.  Paulus is geenzins God vergeten.  Hij heeft vooraf al geschreven dat wij aan God een passende eredienst verschuldigd zijn (Rom.12,1).

Paulus laat na een ander belangrijk element uitdrukkelijk te vernoemen, nochtans zo wezenlijk als het over de liefde gaat.  Wij moeten elkaar beminnen, zoals Jezus heeft liefgehad.  Paulus verzwijgt dit niet, want de Heer Jezus is aanwezig in al zijn brieven.  Hij schrijft zijn brieven vanuit zijn grote verbondenheid met de Opgestane Heer.  “Het middelpunt van het christelijk leven en de basis van zijn eenheid is de liefde.  Of het nu gaat om de relatie met God, met de medemensen, met maatschappelijke instellingen of met de schepping, het is altijd de liefde die alles draagt en stimuleert.  Ze straalt alle kracht uit.  Ze doordringt elke goede gezindheid en elke goede daad.  Ze is gave en opgave in ons leven.  De christelijke liefde is verankerd in de liefde tot God die ons geopenbaard is in Jezus Christus, die ons door Hem geschonken en als opdracht gegeven wordt” (Leven vanuit het geloof, p. 513).

Bemin de andere zoals jezelf.  Maar de naaste zou er eens slecht aan toe kunnen zijn als bepaalde mensen hen zouden beminnen met de liefde waarmee deze zichzelf beminnen.  Er zijn mensen die leven vanuit zelfdestructie, die zichzelf verminken, ja die zichzelf doden en tegelijkertijd anderen doden.  De liefde doet ons echter kiezen voor het leven en voor het volle leven.

Christelijke liefde is niet makkelijk te verwezenlijken.  Ze moet ingepast worden in de menselijke gemeenschap en vraagt standvastigheid in de wisselvalligheden van het leven” (Ib. p. 517).

Alle liefde komt van God die ons het eerst heeft liefgehad (1 Joh. 4,10), maar ze bereikt ons via mensen.  Daarom is het zo belangrijk dat we al van in de wieg liefde ervaren van ouders of andere personen die ons liefdevol verzorgen.  Een kind dat zich geaccepteerd en geliefd voelt, kan een basisvertrouwen ontwikkelen in zichzelf, in de mensen en in de weereld en kan zijn levensweg gaan als een weg van liefde.  Alleen wie liefde ervaren heeft, kan ook zelf liefhebben” (Leven vanuit het geloof, p. 517).

Het slot van de Leidraad voor het toegepaste christen-zijn is een mooi stuk over de liefde als het voornaamste.  Liefde begint met kleine dingen, als het oprapen van een steen opdat een ander er niet zou over struikelen.