22e zondag door het jaar A

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Jeremia is het beu de regeerders op hun fouten te wijzen en hun manier van optreden af te keuren. Hij vond het maar moeilijk steeds te moeten roepen dat ze geweld pleegden en de mensen klein hielden. Hij had dat kruis liever niet op zijn schouders gelegd gekregen. ‘Maar', zegt hij, ‘dan laait er toch weer een vuur op in mijn hart en ik kan het maar niet laten de waarheid te zeggen.

Maar hij weet, net als Petrus, dat als je de leidinggevenden bekritiseert, dat dat je goede naam, soms je baan en zelfs je leven kan kosten. En toch kan dit offer van mensen gevraagd worden. Ondanks alles de waarheid zeggen, daar is dikwijls moed voor nodig. Dan krijg je een kruis te dragen en Petrus wil Jezus daarvoor behoeden. De eerste paus neemt Jezus in particuliere audiëntie terzijde en raadt hem aan niet zo riskant te spreken en te doen. Maar Jezus reageert nogal fel: ‘Ga weg, satan'. Als je zo denkt en kiest voor de makkelijke weg ben jij, die Ik een steenrots noemde, een steen des aanstoots.

Mensen in het Oostblok zaten een paar jaar geleden nog verstrikt in een web van leugens. Wie de partijbonzen naar de mond praatte, kon het ver brengen. Wie hen tegensprak, zoals Jeremia en Jezus indertijd durfden, werd afgevoerd en monddood gemaakt.

En toch waren er mensen, ook mensen van de kerk, die nee bleven zeggen; dissidente schrijvers en geleerden, maar ook hele gewone en onbekende mensen hebben gedacht en gezegd: hier doe ik niet aan mee, ik laat een ander niet vallen om er zelf beter van te worden.

Zo'n houding is je kruis durven dragen. En ook de jongste ge¬schiedenis laat ons zien dat het goede het uiteindelijk wint van het kwade: wie zijn leven wilde redden is het verloren; wie zijn leven in de waagschaal stelde heeft het gevonden.

Het zijn woorden van Jezus, een mens wie eerzucht vreemd was, die dwingelandij niet kende en nooit groot wilde zijn door een ander te kleineren. Hij zei wel de waarheid, want Hij kon niet tegen onrecht, koos partij voor wie onder lagen en beweerde dat veel mensen wel vroom leken, maar God pijn deden als ze elkaar links lieten liggen.

Wie zo praat krijgt mensen tegen; vooral zij die het voor het zeggen hadden, gingen in die man uit Nazaret met zijn rare ideeën een gevaar zien. Maar ondanks dat bleef Hij, zoals Jere¬mia, trouw aan zijn roeping: bleef dus de weg gaan die Hij geloofde van God te moeten gaan. ‘Jij laat je leiden', zegt Hij tegen Petrus, ‘door menselijke overwegingen en niet door wat God wil'.

Als we leven willen in de geest van Jezus mogen we niet alleen uitzijn op eigen gemak, eigen rust en eigen voordeel, maar dan moeten we ons geregeld de vraag durven stellen: Wat zou God willen dat ik nu doe.

Dat maakt ons leven er niet eenvoudiger op, maar wel evangelischer.