Waar is God? Slaapt Hij? Vragen die vaak naar boven komen als het eens tegenzit in het leven, niet alleen bij ongelovigen, ook bij crisissen in de kerk. De Bijbel geeft geen pasklaar antwoord op die vraag. Wat wel aangereikt wordt, zijn verhalen die ons tussen de regels door een antwoord geven. Het evangelie van vandaag is zo’n verhaal. Na de broodvermenigvuldiging trekt Jezus zich terug om te bidden. Hij deed dat niet alleen om Guido Gezelle een mooi gebed te laten schrijven, maar ook omdat Hij quality-time met God belangrijk vond. Jezus trekt zich terug op een berg, vertoeft dicht bij God, mogen we tussen de regels lezen. En de leerlingen, de eerste Kerk, wordt te water gelaten. Naast het vele positieve heeft water in de Bijbel ook altijd de connotatie van gevaar: het is de plek waar er kwade geesten in vertoeven. De eerste Kerk wordt dus te water gelaten, of mogen we zeggen: in de wereld gestuurd. Want net als het water is de wereld, de samenleving iets wat de Kerk soms draagt, ondersteunt, helpt maar kan het soms ook bedreigend zijn.
Het werd avond: gewoon een tijdsaanduiding of gaat het over die periodes in een mensenleven dat het moeilijk gaat? De boot heeft het lastig want de wind zit tegen. Zelfs iemand die niet veel van boten en varen afweet, begrijpt wel dat dit vrij lastig kan zijn. Het worstelen met die wind wordt niet op één, twee, drie opgelost want het duurt tot het einde van de nacht vooraleer er weer iets gebeurt. Dat is al iets belangrijk; ik heb soms de indruk dat veel mensen dit verhaal lezen als een verhaal waarbij Jezus onmiddellijk helpt. Het eerste wat dit verhaal dus vraagt aan mensen in een storm is, naast alles in het werk te stellen om niet te zinken, geduld te hebben. Ook wel belangrijk is de les die de eerste lezing ons deze zondag leert: God is niet aanwezig in de storm. Het is God niet die het doet stormen in ons leven. Dit gezegd zijnde kunnen we overgaan tot de redding. Jezus komt over het water naar hen toegelopen: een beeld om te zeggen dat Jezus boven de kwade machten staat die in het water schuilen. Als de leerlingen Hem zien, herkennen ze Hem niet en beginnen te schreeuwen van angst. Hier merken we dat de leerlingen ervaren vissers zijn, er was storm, maar dat kenden ze en ze wisten wat hen te doen stond. Pas als ze menen dat er een spook op hen afkomt, lezen we iets over angst. Wat wil de evangelist ons duidelijk maken met dit gegeven? Waarom is het belangrijk te vertellen dat ze Hem eerst niet herkenden? Misschien is het gewoon zo omdat het nu eenmaal donker is en dan ziet een mens minder scherp of misschien is het om de toekomstige lezer te zeggen dat de redding die Jezus brengt gebeurt door mensen in wie wij Jezus reddende hand vaak niet zoeken.
Jezus stelt hen gerust en zegt dat ze niet bang hoeven te zijn. Petrus is blijkbaar de eerste die enigszins gelooft maar die toch nog wel even wil checken. Hij stapt uit de boot naar Jezus toe en dat lijkt te lukken tot wanneer hij zijn focus niet meer op Jezus maar op de kracht van de wind. En opeens zinkt hij en wordt hij gered door Jezus. Het doet me een beetje denken aan de wintertijd. Als er ijzel is en je auto gaat aan het slippen, moet je blijven focussen op je bestemming. Hier is het net zo. Ieder mens zit wel eens in dat bootje met tegenwind. Wat heb je dan aan je geloof? Vooreerst, laat dit duidelijk zijn: het betekent niet dat je passief moet worden en alle heil van boven moet afwachten. De leerlingen hebben met al hun krachten de boot overeind gehouden ondanks de tegenwind. Maar wanneer wij in geloof bidden, moeten we ons focussen op God die ons graag ziet en ons niet in de steek laat, ook al lijkt de perceptie dat misschien tegen te spreken. Als we ons gaan focussen op wat er ons allemaal tegenzit, dan is er geen redding mogelijk want geloven is de eerste stap om tot redding te kunnen komen. In dit specifieke verhaal gaat het over ons als kerkgemeenschap. We kunnen uren vergaderen, plannen bedenken waarmee we denken de problemen die de Kerk nu heeft te bestrijden, we kunnen zodanig gefocust zijn op de tegenwind dat we vergeten op te kijken naar de kant van waaruit redding komt. Natuurlijk zitten we allemaal in hetzelfde straatje als Petrus en haalt onze kleingelovigheid nog vaak de bovenhand. We blijven dus maar beter bidden om meer geloof ….