Roze zaterdag oecumenische dienst (2008)

Lieve mensen hier bijeen onder het dak van Gods liefde.

Waarom hebben we nou toch deze tekst uitgekozen? Een tekst over zonde en vergeving? Wordt roze al niet veel te vaak in één adem genoemd met zonde?
Het is een tekst over zonde en vergeving, maar ook over gastvrijheid en mateloze liefde.
Over hoe mensen naar elkaar kijken en elkaar zien, over hoe mensen naar zichzelf kijken en zichzelf zien. En hoe Jezus’ aanwezigheid en woord daarin verwarring schept en nieuwe ruimte.
Het is een verhaal van ontmoeting. En als je een ander werkelijk ontmoet en welkom heet dan loop je altijd het risico dat je zelf zult veranderen.
“Ook jij bent welkom” zegt Tiel op Roze Zaterdag en dat betekent dat de stad na dit weekend niet dezelfde zal zijn als voorheen.
Natuurlijk is een mens altijd vrij de deur dicht te houden. Dat hoor je in het evangelie van vanochtend tussen de regels door ook. De mensen kletsen over Jezus. Hij wordt een vriend genoemd van mensen met een twijfelachtige reputatie, mensen waarover gepraat wordt en vaak vreemde praatjes rondgaan.
Sommige mensen houden liever de deur voor Hem dicht.
Het is de reactie van toen en van nu van mensen die het willen houden bij hoe zij willen dat het is en daarom buitensluiten wie “anders” is.
Wie van ons reageert af en toe niet ook zo op wat ons vreemd is?
Simon, de gastheer van het verhaal, waagt het er op. Wat zou er in hem omgegaan zijn?
Omdat ik zijn aarzeling herken, in ontmoetingen met mensen die mijn vanzelfsprekendheden schokken, leen ik hem mijn stem.
Ik hoor hem peinzen, de day after the night before…. :

“Heb ik er nou goed aan gedaan? Mijn vrienden hebben me gewaarschuwd. Weet wat je doet, Simon! Als je Jezus binnenlaat, je weet hoe Hij is…
Ja, dat is het nou juist. Ik weet niet hoe Hij is, niet echt. Is Hij een profeet? Een man van God? De mensen zeggen van wel. Hij wekt mijn belangstelling. Mijn nieuwsgierigheid ook. Veel van wat Hij zegt en doet lijkt zo bij de profeten vandaan te komen. Net zo nieuw en net zo radicaal als zij in hun tijd geweest moeten zijn. Een profeet wekt altijd tegenspraak en maar bij weinigen instemming, zo gaat het. Kan ik dan zomaar de deur voor hem sluiten? Hij kan een man Gods zijn. Ik wilde daar achter komen.
Dus nodigde ik hem uit. Ja, wel met de nodige reserves, met gepaste afstand, niet helemaal van harte. Maar heb ik er wel goed aan gedaan?
Daar was opeens die vrouw. Midden in mijn huis. Ze stormde binnen zonder kloppen, ik kon haar niet tegenhouden. Ik was geschokt. Die vrouw! Die in zonde leeft. Zo ongepast! Ze stortte zich op Jezus en huilde. Zo overdreven! Ik wist niet waar ik kijken moest en hoopte dat Jezus er iets van zou zeggen. Hij is toch een profeet? Hij zou haar toch moeten doorzien?. Maar Hij zei niks tegen haar. Tot mijn schrik zei hij iets tegen míj. De rollen omgekeerd! Ik werd op het matje geroepen! Alles liep anders dan ik gedacht had…
Hij heeft me iets willen leren. En ik snap het maar half. Iets over gastvrijheid en liefde, over veel en weinig schuld. Ik kom er niet los van. Hij noemde mijn naam, keek me zo indringend en tegelijk uitnodigend aan. En die vrouw maar huilen. Tot Hij zei: uw zonden zijn U vergeven. Uw geloof heeft U gered, ga in vrede
Wie is Hij toch? Hebben mijn vrienden gelijk? Of ben ik veranderd?”

Simon zet zijn deur open. Hij richt een maaltijd aan en nodigt ook Jezus uit. Samen eten en drinken. Bij uitstek teken van gastvrijheid en ontmoeting. Maar de deur die hij aarzelend op een kier heeft gezet, wordt opeens helemaal opengeduwd, als er iemand binnenkomt, die helemaal niet in zijn leven past.
En Jezus vraagt: hoe kijk jij naar haar? En kijk je wel goed?

En dan de vrouw.
Hoe ziet zij zichzelf?
Ook haar, die vrouw die zondares wordt genoemd, wil ik vandaag graag stem geven. Er staat heel nadrukkelijk dat zij zondares wordt genoemd, niet dat zij het is. Een stempel dat homo’s en lesbiennes in de kerk en vele andere godsdiensten vaak meekrijgen.
Ook in haar herken ik iets van mijzelf, en leen haar mijn stem:

“Ik ben er nog helemaal vol van. Sterker nog: ik loop er van over! Al sinds ik hoorde dat Jezus in de stad is. Alsof ik verliefd ben, maar dat is het niet. Het is anders.
Ja, Jezus, die man over wie zoveel mensen kletsen, net als over mij trouwens. Ach, ik weet toch hoeveel pijn het doet? Ik hou me altijd wel groot, ik laat me wel zien, maar het doet zeer. Als je eenmaal een stempel hebt….. Ze noemen me zondares. En met een zondares willen zij niks te maken hebben. En daarmee is het vonnis geveld. Wie doet er dan nog moeite om mij echt te leren kennen?
Ik denk dat dàt het is. Jezus doet moeite om door alle oordelen heen naar mij te kijken, mij te zien, zoals ik ben, met alles erop en eraan, goed en kwaad. Hij oordeelt niet, hij kletst niet met de anderen mee, hij kijkt je aan, en maakt contact, mild en doordringend tegelijk. Dat is schrikken hoor, als je dat niet gewend bent! Ik was er helemaal van ondersteboven. Er brak iets in mij. Alles wat ik opgebouwd heb om de vernederingen aan te kunnen, alle hardheid van mijn houding, alle verweer, Hij haalde het onderuit. Ik moest me wel laten gaan, ik moest me wel geven. Als je zoveel ontvangt, kun je niet anders dan geven.
Toen ik hoorde dat Hij naar bij Simon zou zijn , bedacht ik me geen moment. Ik kon niet anders dan naar Hem toe gaan. Alle liefde die Hij in mij gewekt had stroomde naar buiten. Ik had Hem wel willen omhelzen, kussen, omarmen. Maar ik wilde niet dat de mensen zouden oordelen. Ik weet toch hoeveel pijn het doet als ze het kostbaarste wat je hebt vertrappen? Ik wilde Hem laten zien hoeveel liefde Hij in mij gewekt heeft. Ik huilde, tranen van jaren, zijn voeten werden nat, ik schrok ervan en liet mijn haren los om ze weer te drogen, ik kuste ze en ik zalfde ze met de kostbaarste olie die ik heb.
Ik wilde Hem alles geven omdat Hij mij alles gegeven heeft. Ja, ik heb er eigenlijk geen woorden voor. Zo vol van goedheid. Zoals Hij het zei, aan het eind:
Ga in vrede, alles wat tussen jou en Gods liefde in de weg heeft gestaan, het telt niet meer, het is er niet meer. Je zonden zijn je vergeven. Je geloof heeft je gered.
Ja, ik weet dat de mensen juist daarom zullen zeggen: zie je wel, ze is een zondares! Maar wie niet? Zei hij niet, dat Simon net zo goed een zondaar is? En wat doet het ertoe? Zal dat niet altijd zo zijn, dat mensen die niet willen veranderen vasthouden aan wat ze toch al denken? Ik weet wat het voor mij betekent: het is goed, gewoon goed, zonder mitsen en maren, gewoon goed dat ik er ben! De moed om mij te laten raken door de liefde die van Hem uitgaat, die heeft mij vrij gemaakt.
Kun je nu begrijpen dat ik overloop van vreugde? Tranen van jaren uit een hele diepe put.
Die put lijkt nu wel een bron….. “

Wat mij raakt in deze ontmoeting die het evangelie ons doorgeeft, is de omkering.
Het is niet degene die aanstoot geeft, de vrouw met het stempel, - ze heeft geen naam, mensen duiden haar aan met hoe ze haar willen zien- , maar de man die aanstoot neemt, Simon, die wordt aangesproken. Die omkering verrast en verwart en blijkt heilzaam te zijn.
Het doet mij denken aan koppen in de krant als: “homohuwelijk splijt kerk” . Dan lijkt het net of het verlangen van mannen en vrouwen om hun liefdesrelatie voor God te brengen en zegen daarover te vragen en ontvangen de schuld is van een kerksplitsing. Helder is het om ook hier de vraag te stellen die de omkering ons ingeeft. Wie neemt aanstoot aan de liefde?

De tweede omkering die hier wordt ontdekt is dat de vrouw van status verandert. Van een ongewenste gast in de ogen van de aanwezigen, wordt zij door Jezus gezien als de gastvrouw in de ware zin van het woord. Een vrouw, die haar waardering en eerbied tot uitdrukking brengt, haar liefde uitgiet als kostbare olie, omdat zij zich die liefde niet schaamt.
Ook die omkering raakt ons , zoals we hier vanochtend bij elkaar zijn om Roze Zaterdag te vieren. Roze Zaterdag is de dag waarop we vanouds niet verborgen blijven, maar ons laten zien, in alle vrolijkheid, schoonheid en kwetsbaarheid die de liefde ons meegeeft.
En juist op deze Roze Zaterdag in Tiel,waagt de organisatie het er op ons ook zo’n omkering mee te geven: Tiel wil vandaag een gastvrije stad zijn voor iedereen. Elk van ons mag het horen: ook jij bent welkom. En elk van ons mag het zeggen, tegen wie we maar tegenkomen: ook jij bent welkom!

In het evangelie is het de aanwezigheid van Jezus die al deze omkeringen bewerkstelligt. Die vragen stelt, aan wie dacht dat zijn positie en leven vanzelfsprekend waren en die de vrouw met het stempel haar volle waardigheid teruggeeft. Het is Jezus die mensen meeneemt in een beweging van bevrijding. Een beweging die ver voor Hem al begonnen is en ver na ons door zal gaan.

Hij straalt het uit: Welkom! Jij, jij, U, ik onvoorwaardelijk. Wie je ook bent, wat je ook met je meesleept, hoe vol vreugde je bent of hoe aarzelend of gesloten je ook geworden bent. Hoe gelukkig je bent of hoe je ook worstelt met jezelf, met de ander, met de oordelen van de omgeving , hoe je ook bent : Welkom!

Het feest wacht. De voorbereidingen hebben de stad in beroering gebracht. We zijn ook moeite tegengekomen, verzet, reserves bij anderen, bij onszelf. De deur dicht, de deur op een kier, de deur wijd open.
Hier in de kerk, waar we dag beginnen worden we uitgenodigd gasten te worden aan de tafel van de liefde, bij brood en druivensap. Onszelf op onze beurt mee te laten nemen in die beweging van liefde en bevrijding, waartoe Jezus ons uitnodigt. Onszelf toe te vertrouwen aan de omkering, waarin we van soms ongewenste gasten, gewenste gasten worden en op onze beurt gastvrouw en gastheer voor al wie vandaag op onze weg komt.
De druiven zijn geperst, het graan is gemalen.
Teken daarvan, dat er geen liefde is zonder pijn. Zelfs, nee misschien wel juist, de pijn van ons leven, wordt door Jezus omgekeerd in liefde. De put die toch een bron is…
Niets staat er meer tussen jou en de liefde van God, niets staat er meer tussen jou en de ander.
Kom in vrede: Welkom!
Amen