10e zondag door het jaar A - 40 jaar priester (2008)

Je moet maar geluk hebben, dat was een van de kenmerkende uitspraken van mijn vader. Toen hij twee jaar geleden overleed had hij de eerbiedwaardige leeftijd van 97 jaar bereikt. We vroegen hem wel eens: 'wat moet je doen om zo oud te worden?' Zijn antwoord: 'je moet gewoon geluk hebben'. Hij was geen theoloog. Hij wist dus hoe je eenvoudig en direct je vertrouwen kunt uit drukken in het leven en in de Heer van alle leven.

Dikwijls heb ik de laatste tijd gedacht: 'ik heb geluk gehad', als ik in verwondering omkijk en besef hoe snel de tijd voorbij is gegaan. Ik heb geluk gehad dat ik in 1968 gewijd werd om priester te worden; ik heb geluk gehad met kansen in actieve parochies, op uitdagende werkplekken, op diocesaan niveau en buiten de kerk. Ik heb geluk gehad dat ik, zoals ik ben, in een variatie van werkzaamheden mijn inbreng mocht geven. Ik kijk even om en zoek naar markering op die tocht van 40 jaar.

Toen ik werd gewijd, was de inspiratie van het Tweede Vaticaanse Concilie springlevend en de bisschop die mij ,wijdde, bisschop Bluyssen, droeg die inspiratie met overtuiging uit. Landelijk bekend werd zijn brief: De vele wegen en de Ene Weg, kan een mens in de kerk geloven en de kerk in de mens? Een brief die nog steeds de moeite van het lezen waard is. Daarom heeft de redactie van onze website hem nog eens voor u beschikbaar gesteld op de website (www.xaveriusamersfoort.nl)
Tot op de dag van vandaag is voor mij bisschop Bluyssen, de laatste nog levende Nederlandse Concilievader, nog steeds een belangrijk inspirator.
Het Concilie sprak over de kerk als "het volk van God". Dat beeld is me steeds meer is gaan zeggen en dierbaar geworden. In de loop van de tijd was kerk steeds meer vereenzelvigd met degenen die er leiding aan gaven, kerk was gelijk aan de geestelijkheid. Jammer genoeg zien we in onze dagen die tendens weer opnieuw opkomen. Maar het concilie opende mij de ogen ervoor dat een pastor ervoor staat het 'samen kerkzijn' te bevorderen. De kerk moet weer terug gegeven worden aan de gelovigen, zo noemde Bluyssen dat. Kerk-zij-wij, zo heb ik het dikwijls in mijn verkondiging hier genoemd. Dat volk is gespitst op wat er in de wereld aan de hand is, is gevoelig voor de tekenen van de tijd en werkt aan een wereld waar mensen steeds meer gelukkig kunnen zijn. Dat is hun droom waaraan zij vasthouden op grond van Jezus en zijn boodschap. Van daaruit komt een perspectief op van gastvrijheid en uitnodiging om mee te doen en je aan te sluiten., een van basisthema's van onze parochie. Iedereen is hier welkom, wie zij of hij ook is, want God is vader van alle mensen, niemand valt uit zijn handen.
Eerste markering: we zijn volk van God.

Een tweede markering werd gezet hier in dit kerkgebouw. Ik weet nog precies wanneer. Het was tijdens de eerste viering die ik hier meemaakte: eind mei 1987. Harry Kuipers was 40 jr. priester. Ben Schmitz, de voorzitter van de KRO, wees in zijn toespraak tot de jubilaris erop dat het omroeppastoraat in het leven was geroepen om de mildheid van God duidelijk gestalte te geven, juist ook in de media. Iedereen mag dat horen en weten, ieder die in de knel zit, het niet meer ziet zitten, het gevoel heeft nergens meer bij te horen, afgeschreven te zijn. Of om het met andere woorden van Paulus te zeggen, die in deze dagen wel heel actueel klinken: "wij willen niet heer en meester zijn van uw geloof, we willen alleen bijdragen aan uw vreugde" (2 Kor. 1,23). Dan gaat het over een spiritualiteit, een levenshouding die we met elkaar in deze parochie, ook nadat het omroeppastoraat allang vertrokken was, levend hebben gehouden. Een spiritualiteit waarvan we ook moeten zeggen dat er voortdurend aan gewerkt moet worden....... De spiritualiteit van mildheid: God is mild en die mildheid mag van onze geloofsgemeenschap ook afstralen en van ieder van ons.

Mijn derde markering is eigenlijk vervat in de evangelielezing.
Na alle gebeurtenissen met Jezus in Jeruzalem, zijn zeven van de twaalf apostelen, naar Galilea getrokken. Die beweging vanaf de heilige stad naar het leven dat ze omwille van Jezus achter zich hadden gelaten, komt ons bekend voor. Het is dezelfde beweging weg als van die twee op weg van Jeruzalem naar Emmaüs.
Daar in Galilea hebben ze letterlijk afstand genomen van Jeruzalem, ze hebben zoveel te verwerken dat Petrus zich tot tolk van allen maakt: ik ga vissen. Voorbij alle hooggestemde verwachtingen. Laat alle dromen die we ooit gehad hebben maar even voor wat ze zijn en laten we ons richten op het werk dat het onze is. Hoe hopeloos het is blijkt wel uit het feit dat het nacht was toen ze aan hun job begonnen, er was dus geen geloof.... En ze vingen dus niets.

Dan is er plotseling die man aan de kant die hen treft, betrapt misschien bij hun dagelijkse bezigheden en hij lijkt wel zout in de wonde te wrijven: hebben jullie geen vis voor me? Hij heeft nog verstand van vissen ook: werp het net aan de rechterzijde van de boot uit, dat is niet stuurboord maar de kant van Gods zegen en Gods werk. Eén leerling doorziet wat er aan de hand is, het is de leerling die Jezus liefheeft. Hij zegt, misschien wel tot zijn eigen verbazing, het is de Heer! Ja zo is het, als je met ogen vol betrokkenheid en liefde kijkt zie je altijd meer.
Dan eten ze met hem vis, ichtus, Jezus christus zoon van god verlosser, en hij breekt het brood met hen.......

Dit verhaal vertelt hoe je zou kunnen omgaan met de teleurstellingen die een mens opdoet met de kerk, ook in dat Godsvolk onderweg, want niemand is er voortdurend bij de les, regelmatig schieten er ook mensen te kort. Hier zegt Johannes op zijn manier wat tot de apostelen werd gezegd bij het hemelvaartverhaal: ga niet naar de hemel staan staren. Zoek je heil niet zoeken in een sacraal isolement, ga gewoon het werk doen waartoe je geroepen bent: ik ga vissen. De Heer zal zich zelf wel melden en je zult Hem zien, het eerst als je met de ogen van liefde en verbondenheid met Hem weet te kijken..... en is dat teveel voor je gevraagd,-dat kan- zelfs dan zijn er mogelijkheden want Petrus komt uiteindelijk ook tot het inzicht dat het Jezus is......

Eén ding moeten we niet doen: in beklag over de slechte wereld in Jeruzalem achterblijven, of alsmaar op het meer blijven zitten mokken dat er geen vis te vinden is. Een van de bekoringen voor Jezus' volgelingen is met de armen over elkaar afwachten tot hij komt....Christenen zijn mensen die op hun plaats zijn in hun werk van iedere dag. Ze weten wel dat er plotseling iemand kan zijn die ons iets aanspreekt. En wie weet is er iemand in ons midden die ontdekt: het is de Heer....! Christen zijn doe je midden in de wereld van onze dagen en je handelt er ook naar... Hij komt, maar op zíjn tijd.
Derde markeringspunt: dé plek om christen is zijn is de wereld, een thema dat de afgelopen jaren zoveel aandacht in onze parochie heeft gekregen......

Oorspronkelijk had ik de gedachte om rond mijn feest een symposium te houden over ons kerkzijn. U kent dat wel: een paar gedegen inleidingen, gelegenheid tot het stellen van vragen en discussie, met een glas tot besluit. Maar hoe meer ik erover nadacht hoe meer ik voelde dat het heel anders moest, praktischer, directer van mens tot mens, Zelf op pad, elkaar beter leren kennen, geen deskundigen, zelf werken aan toekomst, meer in de geest van Franciscus Xaverius onze parochiepatroon wiens leven één grote pelgrimstocht was. De pastoraatsgroep toog aan het werk en we warenb pelgrims op 17 mei, De tocht ging van hier naar Achterveld, evenver als van Jerusalem naar Emmaus. We verdeelden ons in kleine groepjes, zoveel mogelijk van mensen die elkaar niet of niet zo goed kenden.
Al wandelend stonden we stil bij de vraag van de toekomst van onze geloofsgemeenschap. Wie ben jij? Wie ben ik? Wat hebben we samen nodig om verder te kunnen? Hoe richten we onze aandacht op de wezenlijke zaken van onze geloofsgemeenschap? Hoe voorkomen we dat we ons laten overrompelen door reorganisaties, door onverwachte maatregelen van binnen of buiten de kerk, hoe gaan we om met tegenvallers en teleurstellingen die we elkaar soms ook bezorgen.....

Aan het einde van de tocht hebben we uitgewisseld wat we in onze rugzak wilden stoppen om met goede moed verder te kunnen gaan: ik maak een keuze.....
Een boterbloem, ondanks alle bestrijdingsmiddelen, ze komt toch altijd weer terug;
Een stemvork want we willen ons lied blijven zingen
Een kompas, want we willen koers houden
Een touw om een reisgenoot die wat achterblijft op sleeptouw te kunnen nemen
Een beduimelde enveloppe waarin de oude verhalen uit de bijbel zaten, telkens herlezen, hoe tegendraads soms ook we willen ze niet kwijt
Een paraplu om samen onder te schuilen als onderweg de elementen ons al te zeer belagen.
Humor om zaken die al te ernstig worden te relativeren, meer lachen in en om de kerk.

Deze pelgrimstocht sluit perfect aan bij een ontwikkeling die we in onze parochie al kennen, die van de kleine geloofsgroep. Liturgische vieringen alleen zijn niet meer voldoende zo blijkt. De ruimtes door de week zijn zeker zo druk in gebruik als de kerkruimte op zondag. Steeds meer is er behoefte om elkaar te ontmoeten rond leven en geloof. Direct van hart tot hart, geïnspireerd door de bijbel. Kleine groepjes die gastvrijheid en ruimte bieden aan ieder die mee wil doen. Nabijheid en persoonlijk contact, kernpunten van het volk Gods komen in de reorganisatie en schaalvergroting van onze kerk onder druk te staan. In een kleine groep krijgt kerkzijn en geloof weer een menselijke maat. Zelf doe ik ook al een aantal jaren mee aan een kleine geloofsgroep en het is werkelijk inspirerend voor mezelf en voor mijn pastorale werk en houdt me met de voeten aan de grond.

Ik wens de geloofsgemeenschap van 't Zand van harte toe dat er nog veel van die kleine geloofsgroepen zullen ontstaan. Juist met elkaar sprekend over je leven, biddend over wat je bezig houdt en lezend in de H.Schrift, ervaar je de aanwezigheid van de Heer in ons midden. Misschien vult de Geest zo wel aan wat ontbreekt nu het aantal eucharistievieringen nog verder zal afnemen en sterker onder regels wordt gesteld. Misschien dat de Geest zo laat zien dat de aanwezigheid van de Heer in ons midden veel rijker is en meer bereikbaar voor kleine mensen, dan we altijd hebben gedacht.

Pastores gaan voorbij, zo is de titel van een boek dat onlangs uitkwam. Wat blijft is Gods Volk dat verder trekt en wat vooral blijft is God die met zijn Geesteskracht werkt in dat volk en in ieder persoonlijk. Dat is de grootste ontdekking die ik heb gedaan in de afgelopen veertig jaar. Zo dikwijls in een gesprek met iemand in problemen, bij de bediening van sacramenten, doop huwelijk, eerste communie, ziekenzalving, maar ook bij het samen in deze gemeenschap zoeken naar de Weg die we moeten gaan Hem achterna.

Nieuwe pastores zullen aantreden, onze geloofsgemeenschap gaat door, mag ik een wens uitspreken?
een gebed voor hen en voor u:
Moge deze gemeenschap open blijven staan voor zoekers en zieners,
genood of gekomen,
om hun hart te verwarmen en van toekomst te dromen.
Moge tot herkenning gaan komen wat hen drijft door de vonk van Gods Geest.
Moge er in deze gemeenschap tot in de verre toekomst
ruimte zijn voor zangers en zeggers, die hier bijeen zijn gekomen
om te uiten waar zij van dromen,
waardoor een beweging ontstaat die gaat stromen
die nooit meer, door niemand zich inperken laat
beweging van Gods Geest,

zo moge het zijn!