10e zondag door het jaar A (2005)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 201 niet laden
Veronderstel: in het jaar 2005 kwam Jezus terug naar de aarde. Hij was van plan om een nieuw begin te maken. 2000 Jaar geleden had hij nooit gedacht aan een grote kerkorganisatie met stapels waarheden en voorschriften. Toen had hij nooit gedacht aan bisschoppen met hoge petten op, en nooit gedacht aan al die grote kerkgebouwen die hij nu overal zag. Als in de kerk de officiële geloofsbelijdenis gebeden werd, dacht hij: waar hebben ze het toch over.
Toen, 20 eeuwen geleden, dacht hij aan een beweging van mensen die zorg en aandacht voor elkaar zouden hebben. Nu zag hij op veel plaatsen kerkgemeenschappen waar geen beweging meer in zat.
"Ik ga nog eens opnieuw beginnen," dacht hij. En juist als toen ging hij op zoek naar helpers, want alleen krijg je niets van de grond. En Jezus trok door het hele land om medewerkers te zoeken.
In de Pijp van Amsterdam kwam hij een wijkagent tegen, die veel deed om de verloedering van de wijk tegen te houden en zich inzette voor een goede verstandhouding tussen de allochtone en de autochtone bevolking. Hij was niet gelovig, d.w.z. hij geloofde niet in de God die in de kerk gepreekt werd, maar hij geloofde wel in het ideaal van een goede samenleving. Jezus ging naar hem toe en zei: kom volg mij.
In de Schildersbuurt in Den Haag kwam hij twee zussen tegen die met zijn tweeën een viswinkel hadden. Ze besteden ook heel veel tijd aan het leefbaar houden van de wijk, ze waren actief in het jongerenwerk. Ze waren lid van de Jonge Socialisten. Jezus ging naar hen toe en zei: kom volg mij.
In Rotterdam zag hij een dominee veel tijd en aandacht besteden aan drugsverslaafden en prostituees. Vaak ving hij hen op in zijn kerk. Dat leverde hem soms veel kritiek op. Maar hij vond dat mensen die in de goot terecht gekomen waren, toch recht hadden op een stuk menselijkheid. Jezus ging naar hem toe en zei: Kom volg mij.
In de Bijlmer trof hij Maria, een struise Surinaamse, zij was de drijvende kracht van het buurthuis. Zij kreeg het klaar dat Surinaamse jongeren er graag kwamen, maar ook de Antilliaanse en Marokkaanse jongeren, Kaapverdianen en Kenianen: Ze voelden zich er allemaal thuis. Jezus ging naar haar toe en zei: kom volg mij.
En zo riep hij links en rechts nog meer helpers. Behoudende katholieken zeiden: dat kan nooit wat worden. En de bisschoppen zeiden: dit is tegen de regels: vrouwen kunnen helemaal geen apostel worden.
Ik ben natuurlijk een beetje aan het fantaseren, een beetje erg, Ik zal er nooit een kerkelijke goedkeuring voor krijgen en toch denk ik dat ik met mijn fantaseren heel dicht bij Jezus' ideeën zit.
Toen hij in zijn tijd een tollenaar riep om hem te volgen, was dat in de samenleving van toen heel revolutionair. Men sprak er dan ook schande van. Dat was onaanvaardbaar. En wat Jezus toen zei: Ik wil liever barmhartigheid dan offers, dat woord gaat nog steeds op. Het gaat hem om een houding van begaan zijn met de medemens, hart hebben vooral voor hen die het moeilijk hebben of door allerlei redenen in het verdomhoekje zijn gezet.
Ik geloof niet dat hij zo geïnteresseerd is in die grote kerkelijke organisatie met zijn baas boven baas, met al zijn voorschriften en waarheden. Die kerkelijke organisatie zie je inboeten aan invloed. Maar links en rechts zie je overal nog mensen die actief bezig zijn voor de gemeenschap, soms in kerkelijk verband, vaker nog erbuiten. Maar in al die mensen ziet Jezus zijn beweging verder gaan. En of ze katholiek zijn of protestant, moslim of hindoe, dat kan hem niets schelen, als ze hun hart maar laten spreken, zoals hij dat in zijn aardse leven gedaan had. Dat zijn zijn helpers. Horen wij daar ook bij?